Een kapel voor Maria
In vele Kempische dorpen wordt er na de Tweede Wereldoorlog een kapel gebouwd als dank dat ze behouden de oorlog zijn doorgekomen. Wellicht dat ze in Steensel geen kapel hebben gebouwd omdat kort na de bevrijding Joseph Schulte om het leven komt bij het opruimen van mijnen. Ook de tragedie bij de familie Van der Aa heeft daar waarschijnlijk een rol bij gespeeld. Vader Peer van der Aa is kerkmeester en komt om het leven bij het terughalen van zijn paarden. Zijn dochter Johanna sterft aan de verwondingen die ze opgelopen heeft bij het bombardement op het Eindhovense Binnenziekenhuis.
Kerststal
Na de oorlog worden dienstplichtigen naar Nederlands-Indië gestuurd om deel te nemen aan de politionele acties. Ook enkele Steenselse jongens worden naar Indië gestuurd. Gelukkig keren allen weer gezond terug in ons dorp. In de jaren ’50 zetten ze het plan op om uit dankbaarheid voor hun behouden terugkeer een Mariakapelletje op te richten in Steensel. Er wordt veel vergaderd over de plaats en financiën om dit plan te realiseren. Het blijft echter bij plannen en de realisatie komt niet van de grond.
Rond 1970 is er nog steeds geen bestemming gegeven aan de opgehaalde gelden. Pastoor Van Sambeek oppert het idee om een nieuwe kerststal voor de kerk te laten maken. Het plan slaat aan bij de Indiëgangers en aan Barbara Couwenberg wordt de opdracht gegeven om een nieuwe kerstgroep te maken. In december 1971 is de kerststal klaar voor een bedrag van ƒ 1.135,-.  In 1982 worden er nog enkele beelden aan de groep toegevoegd.
Nieuw initiatief
Steensel is dan wel een nieuwe kerststal rijker maar beschikt nog steeds niet over een Mariakapel. In maart 2000 wordt het plan weer nieuw leven ingeblazen. Het initiatief wordt genomen door het gilde Sint-Lucia. De initiatiefnemers staan in de raam boven de ingang vereeuwigd. Het zijn een vijftal gildebroeders aangevuld met iemand uit de buurt en een lid van het kerkbestuur.
Oorspronkelijk is het idee om een kapel aan de Zandstraat te bouwen. Van de gemeente krijgen ze echter een plek toebedeeld aan de Knegselseweg tegenover het voetbalveld. De kapel komt te liggen aan het pelgrimspad, de route die leidt naar Santiago de Compostela. De plaats in Noord-Spanje waar volgens de overlevering de apostel Jacobus begraven ligt.
De initiatiefnemers vinden de Corneliskapel in Hooge Mierde een mooi voorbeeld van een moderne kapel. Deze kapel is enkele jaren daarvoor gebouwd en er wordt contact gelegd met de architect Pierre van der Geld uit Hilvarenbeek. Hij wil belangeloos de tekening van de Steenselse kapel maken. Het kapelletje in Steensel wordt drie bij vier meter groot en krijgt zes bankjes, drie aan weerszijden. Daarmee is zij een stuk groter dan haar voorbeeld in Hooge Mierde.
In totaal is er ƒ 50.000,- nodig om de kapel te bouwen. Vele stichtingen willen helpen bij de bouw en ook particulieren schenken grote bedragen. Om te kunnen starten wordt een huis-aan-huis collecte gehouden. Alle inwoners van Steensel krijgen een brief met het verzoek te doneren voor de stichting van de kapel. Ook de Steenselse middenstand draagt hun steentje bij om het geld bij elkaar te krijgen. Verder levert het gilde een aanzienlijke bijdrage en worden er subsidiefondsen benaderd. De grond waarop gebouwd mag worden, krijgt men van de gemeente in erfpacht voor honderd jaar tegen een bedrag van een Euro per jaar.
Hierdoor heeft het stichtingsbestuur in korte tijd al een aardig startkapitaal bij elkaar. Vreemd is wel dat er bij het stichten van de kapel weinig hulp komt vanuit het kerkbestuur. Zij geven aan er geen geld voor over te hebben. Jaren later zal de stichting Mariakapel wel een gift doen aan de kerk. Van het geld dat de kaarsenverkoop oplevert, wordt de vloerbedekking in het priesterkoor vervangen. “De omgekeerde wereld”, volgens Noud Bierens in een interview in het boek ‘Ons lief vrouwke in de Kempen’ uit 2009. Hij is initiatiefnemer en jarenlang penningmeester van de Mariakapel.
Eerstesteenlegging
Noud kijkt met veel plezier terug op de bouwperiode van de kapel in de jaren 2000 en 2001. “Ik kon toen nog goed, ik deed ’t gère”. Noud heeft tijdens de bouw de leiding over de materialen en is iedere dag aanwezig. “Om de bouwvakkers achter de vodden te zitten, anders was de kapel nog niet af geweest”, lacht hij erbij. De kapel wordt gebouwd door enkele gildeleden en vrijwilligers.  
Op 22 september 2001 legt pastoor André Willemsen de eerste steen. Getooid met een veiligheidshelm wordt de steen vakkundig door hem aan de voorkant van de kapel ingemetseld. Hij richt zich tot de vele aanwezigen en zegt: “Ons lief vrouwke heeft er weer een huiske bij en gaat op haar eigen wonen”. Tevens spoort hij de toehoorders aan om ook weer eens naar de kerk te komen, want hij vervolgt: “Daarginder wonen haar zoon en Sint-Lucia. Loop daar ook eens binnen”. Achter de steen plaatsen de bouwers een oorkonde met hun namen. In het archief hebben wij nog een foto teruggevonden van deze oorkonde.  
In het voorjaar van 2002 wordt het kenmerkende Mariabeeld geplaatst. Het beeld is gemaakt door broeder Philippus Aartsen uit Vessem. Het is een gebakken beeld dat tegen de vorst bestand is. Eveneens worden de glas-in-loodramen ingemetseld. Deze ramen zijn afkomstig uit het kerkelijk kunstbezit en komen uit een gesloopte kerk uit Den Haag, de Heilige Engelenbewaarders. Ze zijn vervaardigd door Frits Geuer (1879-1961). In het raam links van het altaar is een afbeelding van de Heilige Lucia te zien en rechts een beeltenis van Maria. De toegangspoort, de kaarsenbakken en de bescherming van de ramen zijn ontworpen en gemaakt door Peter Smits uit Steensel.
Inzegening
Op 25 mei 2002 wordt de kapel ingezegend door pastoor Willemsen. Na de Eucharistieviering in de Luciakerk trekt een bonte processie via het Kerkdijkje naar de Mariakapel. Meisjes in witte bruidsjurken, het dameskoor dat een Ave Maria over de velden laat klinken, de pastoor die zegenend met de wijwaterkwast om een nieuwgebouwde kapel heen loopt. Natuurlijk is het Sint-Luciagilde vertegenwoordigd en loopt ook de fanfare mee. Daarachter volgen vele inwoners uit Steensel. Het dorp is op deze zaterdag even helemaal terug in het Rijke Roomse Leven. “Het komt zo uit een boek van Toon Kortooms” schrijft het Eindhovens Dagblad op maandag.
De processie is prachtig echter het weer werkt niet echt mee. Er trekt net een felle regenbui over wanneer de stoet door de velden loopt. Bij aankomst in de Mariakapel gaan de bruidjes snel schuilen in de kapel. De papieren bloemen hebben hun kleuren al afgeven op de witte bruidsjurken. Pastoor Willemsen relativeert al snel en zegt bij zijn toespraak dat alle zegen van boven komt. Het is volgens hem alleen maar een goed teken dat de kapel zo goed ingezegend wordt. Naast de pastoor spreken nog enkele hoogwaardigheidsbekleders zoals burgemeester Houben en de hoofdman van het gilde. Na de inzegening vervolgt de stoet haar weg via de Knegselseweg naar Gemeenschapshuis De Höllekes waar nog een borreltje gedronken wordt op de goede afloop.
Ook in 2020 wordt de Mariakapel in Steensel veel bezocht. Vrijwel alle dagen branden er kaarsen bij het Mariabeeld. Vele Steenselnaren nemen een bezoek aan de kapel op in hun dagelijkse wandelroute. In de zomer zitten er vaak fietsers hun boterham te eten aan de naastgelegen picknicktafels. Ook na zoveel jaar is er volop behoefte aan een kapel. Zeker in onzekere tijden zoals met corona branden er vele kaarsen. Inmiddels zijn er al vele gastenboeken vol geschreven. Mensen vragen om genezing of zijn dankbaar voor het mooie weer zodat ze veel kunnen fietsen. De kapel wordt ook vaak gebruikt om overledenen te herdenken. Vaak worden rouwboeketten voor het altaar neergelegd en wordt een kaarsje opgestoken voor de overledene.
Bij de inzegening van de kapel noemt de pastoor de kapel een dependance van de kerk. Hij heeft toen nog niet kunnen bevroeden dat twintig jaar later besloten wordt om de kerk te gaan sluiten. De dependance is dadelijk nog het enige gebouw in het dorp met een kerkfunctie. Het kerkgebouw is een dependance geworden van de kapel.